‘Inspiratie kan van allerlei kanten komen. Het kan een steentje onder je hak zijn, een leeg bankje, een omgevallen prullenbak. Het kan ook het nieuws zijn of een oproep in de krant. Dan dwarrelt een regel binnen, soms twee, en strompelt een gedicht er als het ware achteraan.’
Janneke Methorst is dichter. Zowel in 2018 als 2021 werd ze verkozen tot Stadsdichter van Beverwijk. Ze schrijft al vanaf haar tienerjaren korte gedichtjes. ‘Zo mogelijk laat ik ze achter,’ vertelt ze. ‘Zoals op de rand van de krant toen ik nog studeerde, of op een servet of bierviltje. Simpelweg zodat iedereen ze tegen kan komen. Omdat poëzie voor iedereen is. Ik vind dat poëzie laagdrempelig moet zijn. Om diezelfde reden heb ik het Twitter account @Leezbaar gemaakt. Daar plaats ik korte schrijfsels op. Soms schrijf ik ze voor iemand in het bijzonder of vraag ik mensen een onderwerp op te geven.’
‘Mijn gedichten zijn soms kort, soms lang. Ik leg vooral de nadruk op het ritme, het metrum, en niet zozeer op de vorm. Mijn poëzie rijmt enkel af en toe en volgt geen vast stramien. Wanneer ik voor kinderen schrijf, maak ik een uitzondering. Dan ben ik heel kritisch op de voorspelbaarheid in het gedicht, omdat ik wil dat zij de verzen ook zelf kunnen voorlezen.’
Janneke geeft al jaren les op een basisschool waar ze haar leerlingen regelmatig met poëzie in aanraking brengt. ‘Het plezier van dichten en van kunst maken, is dat je het niet fout kan doen, dat is wat ik hen wil bijbrengen.’
Zelf schrijft Janneke het liefst gedichten met een verrassende wending, die de lezer aan het denken zetten. ‘Even uit het zwart wit’ noemt ze het. ‘Zien dat er misschien nog meer is dan dit.’ In de slotregels van het gedicht ‘Elke dag’ klinkt een echo van die gedachte:
Een Beverwijker kijkt pas op
als iemand zegt wat vreemd
En dan,
heel plotseling,
merk je ineens weer,
hoe bijzonder het hier is.