Als er mensen zijn op wie de term ‘lenig’ van toepassing is, dan geldt dat wel de leden van het kleine docententeam van Masal Musical Dance Center. Lenig van lichaam én lenig van geest. Die flexibiliteit komt uitstekend van pas, omdat deze veelzijdige dansschool aan de Kuikensweg in Beverwijk een waaier aan cursussen aanbiedt. Van musical, tapdance en zangles tot jazz dance, modern ballet en yogalessen. Voor een al even gevarieerde doelgroep van peuters, kleuters, kinderen tot volwassenen. De spil van Masal is José Vermeij, eigenaar en docent.
Een kleuter van zes is José als zij haar eerste danspassen maakt. Haar ‘x-beentjes’ vormen de aanleiding voor deze vroege kennismaking met dansles. Ze heeft er lol in. En blijkt al jong een doorbijter. Dansen wil ze, liefst elke dag. Op haar achtste vertelt ze haar dansjuf dat ze later de dansschool gaat overnemen. Ze volgt daarna dan ook een opleiding aan het Lucia Marthas Institute for Performing Arts (LMIPA) in Amsterdam en leert daar met de nodige volharding het dans- en docentenvak. Sinds 2009 runt zij haar eigen musical-school Masal in Beverwijk.
José geeft niet alleen les, ze is tevens bedenker en regisseur van de twee uitvoeringen die Masal ieder jaar in het theater organiseert. Voor de leerlingen vormen de kerst- en zomermusical het onbetwiste hoogtepunt in het cursusjaar. ‘Ik schep er enorm plezier in om een verhaal te bedenken. Bijkomend voordeel van zelf het script schrijven is dat ik zo iedere leerling een passende rol kan geven waarbij hij of zij volledig tot z’n recht komt. Ik heb veel kinderen lesgegeven die als het ware door hun ouders naar binnen werden geduwd. Superverlegen leerlingen die niet zo goed in hun vel staken. Dankzij dans, ballet of musical zie je hen helemaal opbloeien. Logisch, zoiets geeft een boost aan zelfvertrouwen! Reken maar dat je makkelijker een spreekbeurt houdt als je gewend bent om voor publiek op te treden.’
Tijdens haar opleiding en eigen dansloopbaan leerde José dat je als leerling pas kunt floreren als de docent je vertrouwen schenkt. ‘Concentratie op wat leerlingen wél kunnen werkt veel beter, dan benadrukken wat ze missen of niét kunnen. Dat laatste is weliswaar populair in veel danskringen, maar uit eigen ervaring weet ik dat zo’n methode eerder demotiveert dan dat het stimuleert.’