Studio O en de kracht van het collectief
Je bent jong en onrustig. En je zoekt je een ongeluk. Naar antwoord op vragen als: wie ben ik, wat wil ik, wat kan ik? Hartstikke leuk al dat chillen met vrienden, maar samen een festival in elkaar draaien is natuurlijk the ultimate game. Schoorvoetend meld je je aan voor een workshop van het eerste Young Art Festival in 2004. Beng, wat een leuke types doen hieraan mee. Beng, wat een inspirerende lessen in dat fraaie park. Beng, wat een eyeopener. Je bent nog maar net zestien maar je kunt iets, je durft iets, je bent iets. Je gaat AAN.
Talloze broekies uit die tijd vonden in dat festivalpark uit waar hun hartstocht ligt, en besloten er voor te gaan: een opleiding muziek, theater, beeldende kunst, dans(docent), maar ook evenementenorganisatie, communicatie, journalistiek, catering, want op zo’n festival kom je met van alles in aanraking. En met elk festival raken meer jongelui betoverd. Tientallen van hen vestigden zich als ‘creatief ondernemer’ in de IJmond. Er ontstonden zelfs twee broedplaatsen in Beverwijk: de Broedmachine en Studio O. Er viel dan ook nog wel het een en ander te ontginnen op kunst- en cultuurgebied in deze regio. Op beide locaties is dat fijne festivalgevoel nooit ver weg.
Voor iedereen in Studio O kent het werken in een collectief alleen maar voordelen. Naast gezelligheid en een betaalbare werkplaats, biedt het samen onder één dak werken alle twintig gebruikers van het pand een veel groter blikveld. En steun en inspiratie niet te vergeten. Iedereen is het erover eens: met elkaar kan alles! Niemand hoeft zelf het wiel uit te vinden. Hoe je een gesprek met een opdrachtgever voert bijvoorbeeld, wat er nodig is om een evenement te organiseren, hoe je aan vrijwilligers, of aan subsidie komt, welk tarief je kunt hanteren, samen komen ze overal uit. En komen ze verder, want ze leren zo veel van elkaar.
Delen is kicken
Het mooie van Studio O is dat de leden een gemeenschappelijke drang hebben om ook ‘buitenstaanders’ van hun kennis en ervaring te laten profiteren. Mensen met elkaar te verbinden, zodat vooroordelen verdwijnen en plaats maken voor samenwerkingen. Door de buurt uit te nodigen bijvoorbeeld, door kinderen les te geven op het voormalige schoolplein, of door vakoverstijgende leerlijnen te ontwikkelen voor basisscholen. Je kunt je voorstellen dat dat lekker gaat met al die verschillende disciplines die Studio O onderdak biedt: een architect, tekstschrijver, keramist, textieldesigners, interactieve ICT-kunstenaar, decorontwerpers, beeldend kunstenaars, noem het maar. Het gaat deze cultuurmakers om ‘het delen van belevingen’. En daar de ruimte en openheid voor te scheppen. Klinkt dat idealistisch? Zo denken deze gasten helemaal niet. Zelf spreken zij liever van een uitnodiging om creatief te denken, om samen onorthodoxe oplossingen te vinden waarvan je het bestaan niet kon vermoeden. En om die bevindingen dan weer te delen met zo veel mogelijk anderen. Een van de studio-leden formuleert het als volgt: ‘Dat geeft zó veel energie! Daar wordt een samenleving echt leuker van, flexibeler en lichtvoetiger. Iedere stad verdient dan ook een broedplaats. Wij gaan samen met de inwoners bewijzen dat de regio ons niet kan missen.’
